Circulair bouwen: kansen en bedreigingen volgens ING

28-jun-2017

Wat zijn de kansen en bedreigingen van circulair bouwen? Het hoofdthema in een ING rapport dat de bank onlangs uitreikte aan Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland. ING constateert dat ongeveer 25 miljard potentiële omzet te behalen valt als bouwmaterialen meer hergebruikt worden.  

Volledig hergebruik in plaats van downcyclen

Ongeveer 35% van de Nederlandse afvalstroom bestaat momenteel uit bouwafval. Hiervan wordt 95% gerecycled. Grotendeels gaat het hier om bouwpuin dat wordt verwerkt tot fundering onder wegen. Dit vernietigt een groot deel van de waarde van de bouwmaterialen, ook wel downcyclen genoemd. Volgens ING is er meer voordeel te halen uit het hergebruiken van bouwmaterialen of complete gebouwdelen. Nog circulairder is het als een gebouw door renovatie een nieuw leven krijgt. 

Potentiële markt minimaal 30% van de bouwproductie

Provincies, gemeenten, Rijkswaterstaat en woningcorporaties moeten volgens ING meer voortouw nemen in het circulair bouwen. Ongeveer 30% van de bouwproductie is gerelateerd aan deze overheidsinstellingen. Ook vanuit multinationals is er steeds meer vraag naar circulaire bedrijfspanden, dat steeds vaker een onderdeel van het MVO-beleid is. 

Kansen voor groothandels en slopers

Circulair bouwen biedt grote kansen voor slopers, door slim te slopen. Bij ontmanteling van een gebouw kunnen materialen hergebruikt worden. De distributie van deze gebruikte materialen geeft nieuwe mogelijkheden voor groothandels. Zij beschikken over een netwerk van aannemers en kunnen zo gebruikte materialen opkopen en aanbieden. Mocht deze trend doorzetten, dan levert dit toeleveranciers van nieuwe bouwmaterialen minder afzet op. 

Van eigendom naar gebruik

Onderhoud wordt steeds belangrijker om de levensduur te verlengen en leveranciers leveren een dienst, geen producten. Zo krijgt de leverancier een incentive om te zorgen voor hoogwaardig hergebruik. Bij high-tech bouwmaterialen heeft de leverancier door de complexiteit een kennisvoorsprong en kan daardoor het onderhoud zelf uitvoeren. Lowtech materialen hebben dit voordeel minder. 

Lees hier het hele ING-rapport